In het Venrays Museum wordt de laatste hand gelegd aan de inrichting van een nieuwe tentoonstelling.

Deze bijzondere expositie heeft als titel “Jerusalem 600 jaar, klooster en bewoners” en gaat over de geschiedenis van Jerusalem, haar bewoners en hun verbondenheid met de Venrayse bevolking tussen1422 en 2022.

De tentoonstelling zal te bezoeken zijn tot 24 juli 2023. Op vrijdag 16 december aanstaande zal de officiële opening plaats vinden. Bij deze opening voor genodigden is een belangrijke rol weg gelegd voor Zusters Ursulinen. Het geheel zal worden opgeluisterd door een muzikale bijdrage van een ensemble van het Venrays Mannenkoor.

JERUSALEM 600 JAAR, Klooster en Bewoners

Een expositie over de geschiedenis van Jerusalem, haar bewoners en hun verbondenheid met de Venrayse bevolking tussen1422 en 2022.

Het begon in 1422, op Kerstavond. Twee vaders in gesprek bij het haardvuur. Zij wilden hun vrome dochters in beslotenheid laten leven met God. Er zou een klooster komen met de naam Jerusalem

in een hofstede bij de Grote Kerk. Hun eerste stap was het begin van een lange weg die leidde tot groei van religieuze gemeenschappen. De eerste vier eeuwen waren de bewoners Augustinessen en daarna Ursulinen.

Voor Augustinessen was het leven bidden en werken. Weven was hun belangrijkste werk.

Ursulinen wijdden zich aan onderwijs voor meisjes, lang vóórdat het gewoon was dat meisjes naar school gingen. Het was een bijzondere opdracht. Naast de normale schoolse doelen, was culturele en maatschappelijke vorming heel belangrijk. Het werden een instituut waar jonge vrouwen een rijke opleiding kregen.

Na de Tweede Wereldoorlog gaan maatschappelijke veranderingen de deur van Jerusalem niet voorbij. En uiteindelijk treden de Ursulinen terug uit het onderwijs. Het klooster wordt gemeentehuis. De school wordt een gewone moderne school, die uiteindelijk opgaat in een omvangrijke fusie. En zo belanden we in het heden.

Lucie Hendrix uit Venray heeft een nieuw kinderboek geschreven, ditmaal over Brammetje, de hond die naar het bejaardentehuis ging.

In het speelse Brammetje maakt de jonge lezer kennis met de gelijknamige hond, die er stiekem vandoor gaat om op bezoek te gaan in het bejaardentehuis. Daarbij is het verhaal gebaseerd op de waargebeurde avonturen van de hond van Lucie Hendrix' vader, die vaak op bedelbezoek ging in een Venloos bejaardentehuis. De vrolijke, inclusieve illustraties brengen de avonturen van Brammetje en zijn ontmoetingen met de verschillende bewoners prachtig in beeld. Dit prentenboek wordt sinds vrijdag 25 november uitgegeven door Uitgeverij Boekscout.

Brammetje, een eigenwijze Ierse Setter, glipt vaak stiekem het huis uit. Op een dag besluiten zijn baasjes hem te achtervolgen, om erachter te komen waar hij heen gaat. Tot hun verbazing loopt hij het bejaardentehuis binnen! Zijn baasjes sluipen erachteraan…

Over de auteur

Lucie Hendrix uit Venray (2003) is een echte dierenvriend. Het liefst speelt ze met haar cavia's, Doyle en Lei, of maakt ze een rit met paard en wagen. Daarom heeft dit prentenboek, net als Flips ruimteschip, weer een dier in de hoofdrol. Lucie hoopt met haar inclusieve illustraties bij te dragen aan een wereld waarin beperkingen minder als bijzonder worden gezien en kinderen met en zonder beperking vaker samen spelen.

Lucie heeft Nemaline myopathie, dat is een zeldzame spierziekte, en zij kan daardoor niet meer lopen. Ze studeert Havo/Vwo op het Dominicus College in Nijmegen, dat is de enige middelbare school in Nederland voor kinderen met een lichamelijke beperking.

Het vorige kinderboek van Lucie getiteld ‘Flips ruimteschip’ won de publieksprijs in het genre ‘Prentenboeken’ bij uitgeverij Boekscout.

Wie door het bos van Breehei wandelt, ziet dat er repen schors van stammen zijn gesneden. Wat gebeurt daar en waarom?

Eens in de zes à negen jaar moet een bos worden uitgedund: sommige bomen moeten verdwijnen om andere de kans te geven sterker en gezonder uit te groeien. In de komende weken gaat de gemeente blessen. De medewerker heeft de bomen die moeten verdwijnen gemerkt door een reep van de schors te snijden. Dit is een merkteken voor de houtzagers die komend jaar aan de slag gaan. Het merken met een mes heet ‘blessen’ omdat de streep witte bast doet denken aan de bles van een paard.

Welke bomen om moeten, hangt af van het doel van het bos. Als bijvoorbeeld een rijke natuur het doel is, moeten er grillige bomen groeien met holtes voor dieren. Is houtproductie het doel dan zijn juist rechte, takvrije stammen van belang. Hier is het doel natuur en veiligheid. De bomen die worden omgezaagd, worden verkocht. De houthandelaar komt in de komende weken de bomen vellen. De zagers doen hun best schade zoveel mogelijk te voorkomen. De opbrengst wordt besteed aan bosbeheer. Afhankelijk van dikte, rechtheid en soort wordt het hout verwerkt tot papier, spaanplaat, MDF, latten, plankjes of meubelen. 

Breehei is een natuurgebied ten zuiden van Leunen. Het is 35 ha groot en in gebruik als waterwingebied. Het is eigendom van de Waterleiding Maatschappij Limburg. Op het terrein ligt het pompstation. 

De Breehei bestaat voornamelijk uit naaldbos. Ten zuiden van het terrein ligt de Lollebeek met het Castenrayse Broek, onderdeel van het natuurgebied Castenrayse Vennen.

Een stuk grondgebied gelegen in de gemeenten Venray, Gemert-Bakel of Deurne wordt mogelijk de locatie voor het uitvoeren van een proefboring naar aardwarmte.

Onder de naam ‘Seismische Campagne Aardwarmte Nederland’ (SCAN) werd de ondergrond in dit gebied al eerder onderzocht. Om de mogelijkheden van aardwarmte als mogelijke duurzame energiebron nog beter te onderzoeken, is een proefboring nodig.

Nederland werkt hard aan het halen van de klimaatdoelstellingen en wil graag minder afhankelijk worden van binnen- en buitenlands aardgas. Het gebruik van aardwarmte kan hiervoor een oplossing zijn. Om de mogelijkheden voor aardwarmte beter in te kunnen schatten, is meer onderzoek nodig. Daarom werken Energie Beheer Nederland en onderzoeksbureau TNO samen aan het SCAN-onderzoek. Al eerder werd in de omgeving van Venray onderzoek gedaan in de ondergrond door middel van geluidsgolven. Nu willen zij verkennen of en waar een onderzoeksboring naar de diepere aardlagen uitgevoerd kan worden.

Keuze voor het zoekgebied

Het zogenoemde ‘zoekgebied’ ligt ten westen van de gemeente Venray en beslaat ook delen van de gemeenten Gemert-Bakel en Deurne. SCAN vindt dit zoekgebied interessant omdat hier meerdere aardlagen aanwezig zijn, waaruit mogelijk aardwarmte gewonnen kan worden. Deze lagen lopen in de Nederlandse ondergrond vaak ver door. In Venray zien wij op korte termijn geen mogelijkheden voor het gebruik van aardwarmte voor de verwarming van gebouwen. Aangezien de resultaten ook informatie opleveren voor drukbevolkte gebieden, zoals Nijmegen en Utrecht, dragen we met een proefboring bij aan de mogelijkheden in een groot deel van Nederland.

Hoe ziet het proces eruit?

Dat hier een zoekgebied is aangewezen, betekent nog niet dat er in dit gebied ook een boring plaats gaat vinden. De komende maanden kijkt SCAN samen met de gemeenten naar de haalbaarheid en geschikte locatie voor een boring. Deze locatie ligt bij voorkeur niet in een gebied met dichte bebouwing. Ze houden rekening met veiligheid, water, natuur en archeologische en landschappelijke waarden. Het boren zelf duurt enkele weken, de werkzaamheden hieromheen duren ongeveer zes maanden. Na afronding van de boorwerkzaamheden en metingen wordt de locatie teruggebracht in de originele staat.

Het SCAN-programma

SCAN wordt uitgevoerd door Energie Beheer Nederland (EBN) in samenwerking met onderzoeksorganisatie TNO met een subsidie van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. SCAN onderzoekt al sinds 2019 de Nederlandse ondergrond. 

Kijk voor meer informatie op: www.scanaardwarmte.nl (kijk bij Nieuws naar het bericht over het zoekgebied in Venray) of www.allesoveraardwarmte.nl.

Woensdagmorgen 23 november zijn drie groepen van 25 tot 30 leerlingen van de Montessorischool ontvangen in de raadzaal van het gemeentehuis in Venray.

Daar gingen zij met elkaar in debat over onder andere veiligheid op het schoolplein.

Burgerschap

Door de leerlingen werd gediscussieerd over de stelling ‘Op de schoolpleinen van alle scholen in Venray moeten hoge hekken komen voor de veiligheid’. De leerlingen hebben op school in het kader van “burgerschap” een thema uitgekozen waar hun belangstelling naar uit gaat en waar ze graag met de gemeente over willen praten.

Debatteren

Wethouder Daan Janssen vertelde aan het begin van de ochtend over de raadzaal, het debatteren en de spelregels die daarbij horen. Goed naar elkaar luisteren en op basis van argumenten voor- en nadelen uitwisselen werden geoefend en daarna in de praktijk gebracht. De kinderen hebben geleerd hoe zij met respect voor elkaar een discussie kunnen voeren.

Na afloop van het debat kregen de leerlingen een rondleiding door het gemeentehuis en mochten zij een kijkje nemen in de werkkamer van de burgemeester.

Tijdens de feestavond van Jong Nederland Venray zijn enkele vrijwilligers gehuldigd voor hun belangeloze inzet bij de jeugdvereniging.

Hierbij mocht Nicole Janssen-Rutten de gouden waarderingsspeld ontvangen van Jong Nederland Limburg voor haar 25 jaar lange inzet. Ook ontvingen enkele vrijwilligers die zich eveneens belangeloos hebben ingezet voor de Venrayse jeugd, maar zijn gestopt met de leidingfunctie, het waarderingskunstwerkje voor hun 10 jaar lange inzet bij de vereniging.

Op de foto ziet u van links naar rechts: Angela Jenneskens, Thijs Verstegen, Rianne van Osch, Arnoud Verstegen en Ron Ewals, voor 10 jaar lange inzet. Ook ziet u op de tweede foto Nicole Janssen-Rutten, voor 25 jaar lange inzet.

De werkzaamheden aan de Campagnebeek bij Maashees zijn afgerond. In deze eerste fase heeft waterschap Aa en Maas de monding van de beek in de Maas aangepakt.

Er is onder meer stortsteen verwijderd zodat vissen de beek in kunnen trekken en er is meer ruimte gecreëerd voor water bij hevige buien.

Wat is er gerealiseerd?

Tussen de wegen ‘Op den Berg’ en ‘Campagne’ is over een lengte van één kilometer een moerasbeek gerealiseerd. Een deel van de beek is breed en ondiep gemaakt zodat er meer ruimte is voor het water bij hevige buien. Met de uitvoering van deze maatregelen wordt kwelwater in de omgeving ook langer in het gebied vastgehouden. Dit is gunstig voor de plantengroei in het gebied. Bij de uitmonding van de Campagnebeek in de Maas is de stortsteen verwijderd zodat vissen gemakkelijker vanuit de Maas de beek in kunnen trekken.

Uitvoering Campagnebeek

Aanvankelijk zouden de werkzaamheden in de zomer van 2021 plaatsvinden. Om de maatregelen uit te kunnen voeren was het echter belangrijk dat de terreinen waar gewerkt werd goed droog waren. Door het hoge water op de Maas destijds waren de gronden de rest van 2021 niet meer toegankelijk. De uitvoering heeft daarom de afgelopen maanden plaatsgevonden.

Volgende fase

De herinrichting van de Campagnebeek wordt gefaseerd uitgevoerd. De eerste fase is nu afgerond. In de tweede fase wordt de Campagnebeek verder aangepakt om klaar te maken voor de toekomst. Hiervoor is momenteel nog onvoldoende grond beschikbaar om de beek meer ruimte te geven en de waterpeilen te verhogen. Het verhogen van de waterpeilen komt uiteindelijk ten goede van de natuurdoelstellingen van het nabijgelegen gebied Boshuizerbergen, onderdeel van Landgoed Geijsteren. Blijf de projectpagina www.aaenmaas.nl/smakterbroek in de gaten houden voor meer informatie over de volgende fase.

Gebiedsproces Smakterbroek

In 2016 kreeg het gebied Smakterbroek te maken met wateroverlast door hevige regenval, met name bij de dorpen Holthees en Smakt. Waterschap Aa en Maas heeft daarom samen met grondeigenaren, inwoners en ondernemers in het gebied gezocht naar ruimte voor water en een goede combinatie van landbouw, wonen en natuur. Dat heeft geresulteerd in een aantal projecten om het gebied klaar te maken voor de toekomst, waaronder het project voor de herinrichting van de Campagnebeek. Het project is uitgevoerd in samenwerking met een aanliggend grondeigenaar en Rijkswaterstaat met subsidie van provincie Noord-Brabant en LIFE IP Deltanatuur

Gemeente Venray is medestander in de strijd tegen geweld tegen vrouwen en sluit zich aan bij de internationale campagne Orange the World.

Daarom kleuren vanaf vrijdag 25 november de Schouwburg, de fontein op het Schouwburgplein en de brug bij het Raayland College oranje. Ook het kunstwerk ‘de Poort van Gelijkheid’ op de rotonde Zuidsingel/Leunseweg wordt van 25 november tot 10 december oranje uitgelicht.

Martin Leenders, wethouder Inclusie, vindt het belangrijk om mee te doen aan deze campagne: “De boodschap achter de internationale campagne heeft alles te maken met respect voor elkaar. Iets waar lokaal de Stichting Respect On zich voor inzet. Vanuit de gemeente kunnen we dit niet genoeg benadrukken.”

Orange the World en het WK voetbal

De kleur oranje staat symbool voor een zonnige toekomst, vrij van geweld tegen vrouwen en meisjes. Dit jaar valt Orange the World samen met het WK voetbal in Qatar. Met als gevolg dat inwoners van Venray de oranje uitgelichte plekken wellicht associëren met het WK. Vanwege de mensenrechtensituatie in Qatar vindt de gemeente het echter niet gepast om hier op die manier aandacht aan te besteden. De locaties worden dus alleen oranje uitgelicht voor Orange the World.

Voorkomen van geweld

In Nederland krijgt helaas 45 procent van de vrouwen en meisjes te maken met geweld. De nadruk bij de aanpak van geweld ligt vaak op signalering, melding en hulpverlening. Deze zaken zijn van cruciaal belang, maar we moeten ook meer gaan investeren in het voorkomen van geweld door het bij de wortels aan te pakken. Daar kan iedereen aan bijdragen; individuen, professionals, organisaties, bedrijven en overheden. Belangrijk is vooral om niet alleen vrouwen en meisjes, maar nadrukkelijk ook mannen en jongens te betrekken. Juist zij kunnen het verschil maken, bijvoorbeeld door elkaar aan te spreken op grensoverschrijdend gedrag.

Jaarlijkse Orange the World campagne

25 november is door de Verenigde Naties benoemd als de Internationale Dag tegen Geweld tegen Vrouwen. Op deze dag start de jaarlijkse campagne Orange the World, tegen geweld tegen vrouwen. De campagne duurt tot 10 december, de Internationale Mensenrechtendag. De tussenliggende dagen zijn de wereldwijde ‘16 Dagen van Actie tegen Geweld tegen Vrouwen’.

In Nederland doet inmiddels een overgrote meerderheid van de gemeenten en provincies jaarlijks mee aan de campagne, bijvoorbeeld door een gebouw oranje uit te lichten en door extra aandacht te besteden aan het bestrijden van geweld tegen vrouwen en meisjes. De gemeente Venray doet nu voor de vierde keer mee.

Tijdens de Orange the World campagne wordt iedereen uitgenodigd om onderdeel van de oplossing te worden als medestander in de strijd tegen geweld. Dit kan door het ondertekenen van de #medestanderpledge op orangetheworld.nl. Hiermee geeft de ondertekenaar aan dat hij of zij zich wil inzetten om geweld tegen vrouwen en meisjes te bestrijden. Mensen die medestander zijn, krijgen een speciale nieuwsbrief met allerhande praktische tips over wat je kunt doen in je dagelijks leven om geweld en intimidatie tegen vrouwen te helpen voorkomen en stoppen.

Naast de ‘grote’ directeur heeft Oorlogsmuseum Overloon sinds afgelopen zaterdag ook een Kinderdirecteur. Het museum vond in Liam Spikmans, 13 jaar, uit Eindhoven de perfecte kandidaat.

Liam gaf tijdens de Nationale 5 mei viering op televisie een indrukwekkende speech over vrijheid en zijn betrokkenheid bij verhalen uit de Tweede Wereldoorlog. Het museum denkt met het aanstellen van de kinderdirecteur nog meer en beter een aansluiting te vinden bij de jongere doelgroep.

Voordat Liam aangesteld werd als kinderdirecteur volgde er eerst een nadere kennismaking in het museum met o.a. museumdirecteur Erik van den Dungen. Er was direct een goede klik en zowel Liam als het museum hebben toen aangeven deze leuke uitdaging met elkaar aan te willen gaan.

Niet lang daarna volgde de eerste management-vergadering waarin gebrainstormd werd over de invulling van zijn rol en de onderwerpen waarmee hij aan de slag zou willen gaan om het museum kind-vriendelijker te maken. Liam had samen met zijn ouders en broertje al veel voorwerk verricht en een heuse ‘hei-sessie’ in de natuur gehad. Hieruit kwamen maar liefst vijftien hele bruikbare ideeën naar voren die op dit moment verder uitgewerkt worden.

Afgelopen zaterdag 19 november was het moment dan daar voor de officiële aanstelling van Liam als kinderdirecteur van Oorlogsmuseum Overloon. Dit gebeurde tijdens de jaarlijkse Vriendendag in het museum. Nadat Liam zich uitgebreid had voorgesteld aan het aanwezige publiek en met trots zijn eerste ideeën had gepresenteerd kreeg hij uit handen van de grote directeur zijn eigen museumpolo met naambadge en een sjerp met daarop ‘kinderdirecteur’ uitgereikt. Liam is daarmee de eerste kinderdirecteur sinds de opening van het museum in mei 1946.

Crisis-cupcakes

Als verrassing had de kok van het museum één van de ideeën van Liam al uitgewerkt. Liam is namelijk erg benieuwd wat de mensen tijdens de Tweede Wereldoorlog zoal aten. Zeker om dat veel producten niet te verkrijgen waren en vaak was het dan ook nog op de bon. Smaakt dat bijvoorbeeld, bloembollen? En wat aten ze nog meer? Speciaal voor deze dag had de museumkok crisis-cupcakes gemaakt. Cakejes van gedroogd fruit, bakmeel, thee, suiker en nog een paar ingrediënten die tijdens oorlogstijd soms toch zorgde voor een smakelijke traktatie. Liam mocht als eerste proeven en keurde de cake goed! De cakejes worden tijdens de Kerstvakantie gratis aangeboden aan bezoekers die ook nieuwsgierig zijn naar de smaak.

Liam barst van de ideeën en wil graag andere kinderen en jongeren betrekken hierin. Liam zijn eigen woorden waren dan ook “Ik ga heel erg hard mijn best doen en hoop hierin vele andere kinderen te betrekken. We kunnen er zo hopelijk voor zorgen dat niet de ouders zeggen ‘kom we gaan een dagje naar Oorlogsmuseum Overloon’ maar dat de kinderen dat juist tegen hun ouders zeggen”.

Op de foto ziet u Liam Spikmans bij zijn aanstelling als kinderdirecteur, in gesprek met Janneke Kennis.