Er zijn mensen die zeggen dat de lokale omroep het afvoerputje is van de media. Dat het allemaal ‘vrijwilligers’ zijn met te veel vrije tijd en te weinig talent. Nou, dat soort mensen hebben waarschijnlijk nog nooit op een gure zondagmiddag langs het amateurveld gestaan, met koude koffie in de hand en een microfoon van de omroep in de aanslag. Want dáár gebeurt het, hoor. Dáár ligt de ziel van de sport, en stiekem ook een beetje van onszelf.
Ik werk dus mee aan een sportprogramma bij de lokale omroep. Elke zondagmiddag, trouw als een scheidsrechter met teveel verantwoordelijkheidsgevoel, schuif ik aan. En ik zal u eerlijk zeggen:
het is het mooiste wat er is. Geen gelikte studio’s, geen autocues of stylingsadvies van een net afgestudeerde mediacoach. Gewoon: je mond opentrekken en praten over voetbal. En als er tijd over is: handbal, wielrennen, of de biljartfinale in de kantine van SV De Volharding.
Het zijn de verhalen die het ‘m doen. Over die spits van 43 die het nog steeds ‘wel ff regelt’. Over die trainer die na de wedstrijd net iets te lang in de kantine bleef hangen. Over het damesteam dat kampioen werd en met z’n allen op een kar door het dorp trok, inclusief hond van de voorzitter. Ja, je komt wat tegen.
En weet u wat het mooiste is? Niemand doet het voor het geld. Want dat is er niet. We doen het omdat we het leuk vinden. Omdat sport verbindt.
Omdat mensen in het dorp wíllen weten hoe het met hun club gaat. En als wij het niet vertellen, wie dan wel?
Soms denk ik weleens: misschien is dit wel de laatste plek waar sport nog gewoon sport is. Geen VAR, geen miljardencontracten, geen gescripte interviews. Alleen mensen met passie, met modder op de schoenen en het hart op de tong. En een oude Sony-microfoon die het af en toe begeeft, net op het moment dat er gescoord wordt.
Dus ja, ik ben trots. Op de lokale omroep. Op mijn collega’s met hun roestige fietsen en hun scherpe analyses. En op al die mensen die luisteren, elke week weer. Want laten we eerlijk zijn: waar kun je tegenwoordig nog gewoon lekker lullen over sport, zonder dat iemand het ‘content’ noemt?