facebook omroepvenray twitter omroepvenray linkedin omroepvenray instagram omroepvenray youtube omroepvenray
april 20, 2024
     
Gemist kijk live luister live
×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 772 niet laden

Hoe is het op dit moment mogelijk om de Oekraïners zo effectief mogelijk te helpen? Oorlogsmuseum Overloon heeft daar wel een idee over en is op zoek gegaan naar lokale ondernemers om hierin samen op te trekken. Het vond in Globemilk uit Boxmeer en DSV uit Venray bereidwillige partners. Globemilk is een leverancier van biologische houdbare melk, een product waaraan veel behoefte is in Oekraïne op dit moment, net zoals aan andere voedingsmiddelen en medische benodigdheden.

Het museum had natuurlijk kunnen kiezen om een geldbedrag te storten op Giro555, maar koos ervoor het anders aan te pakken. Globemilk kon 36.000 liter melk leveren. En doordat de melk dichtbij de bron gekocht kon worden tegen minder dan de helft van de kostprijs, kon van een dubbeltje een kwartje gemaakt worden. DSV werkt volstrekt belangeloos mee om het grootste deel hiervan te transporteren. De eerste volle vrachtwagen vertrekt woensdag naar Polen en komt op vrijdag 25 maart aan in de buurt van Rzeszow. Van daaruit wordt de melk door het Rode Kruis verdeeld naar opvanglocaties voor Oekraïense vluchtelingen.

Het museum koopt de partij met de opbrengsten van het meerijden bij Militracks, het jaarlijkse evenement dat het museum op 14 en 15 mei weer hoopt te organiseren. 

De komende tijd zal het museum zich verder oriënteren op mogelijk meerdere samenwerkingen met lokale ondernemers in de Gemeente Land van Cuijk om zoveel mogelijk Oekraïense vluchtelingen te kunnen helpen in deze onzekere tijd.

Oorlog hoort in een museum, dat is al 75 jaar de slogan van Oorlogsmuseum Overloon. Deze boodschap is nog altijd onverminderd relevant en dat blijkt nu ook maar weer. Op dit moment staat de westerse wereld voor de bizarre situatie dat een soevereine staat in Europa wordt aangevallen. Die situatie is herkenbaar vanuit de geschiedenis van de 20e eeuw. Als museum is dat precies waarop we huidige generaties willen attenderen.

Op 14 en 15 mei staat Militracks weer op het programma. Een evenement dat de grootste in zijn soort is op het gebied van Duitse voertuigtechniek uit de Tweede Wereldoorlog. De vraag die het museum zichzelf heeft gesteld is, of het militair-technische evenement tegen de achtergrond van de situatie in Oekraïne door moet gaan.

Tijdens Militracks rijden tientallen Duitse militaire voertuigen uit de Tweede Wereldoorlog over een parcours op het museumterrein in Overloon. De bezoekers kunnen na het kopen van een extra kaartje ook meerijden met deze voertuigen. De netto opbrengst van de meerijdritten wordt gedoneerd aan steunfondsen voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Het wordt zo een hulpactie en het museum verwacht dat de meeste bezoekers en voertuigeigenaren daar wel achter kunnen staan.

Militracks is geen politiek evenement en dat weten bezoekers en deelnemers ook. Tijdens het weekend zijn er Duitse motoren, personenvoertuigen, vrachtwagens, halfrupsen en pantservoertuigen te zien, vooral afkomstig van de Wehrmacht. De Duitse voertuigtechniek was ten tijde van de Tweede wereldoorlog vaak kwalitatief beter dan de geallieerde. Bij Militracks laten we dat zien, want die Duitse voertuigen rijden rond op het speciale, anderhalf kilometer lange parcours in het museumpark en er wordt zo nu en dan ook live gesleuteld. Daarnaast is er een militaria-markt en ook het museum is toegankelijk tijdens Militracks.

Het evenement werd diverse keren uitgesteld vanwege Covid-19. Het kan jaarlijks op veel belangstelling rekenen en ook dit jaar worden zo’n 15.000 bezoekers verwacht. Een groot deel van de tickets is al verkocht, maar er zijn nog zo’n 5000 tickets beschikbaar. Meer informatie is te vinden via www.militracks.nl.

De gemeente Land van Cuijk is sinds 1 januari jl. een feit, als fusie van vijf gemeentes. In dat kader heeft Oorlogsmuseum Overloon vijf bijbehorende maquettes van Brabant Remembers in het museum geplaatst. Deze zogenoemde Stillevens (75 in totaal) waren in 2019 en 2020 in heel Brabant op verschillende plekken te zien om 75 jaar vrijheid te vieren. Het museum heeft nu dus vijf van deze maquettes permanent in het museum staan. Voor de voormalige gemeente Boxmeer staat de maquette van Overloon daarbij en verder Cuijk, Grave, Mill en Sint Anthonis.

Stillevens is een collectie van 75 maquettes op schaal gemaakt door Studio Rocco Verdult. Deze maquettes verbeelden sleutelscènes uit 75 persoonlijke Brabantse oorlogsverhalen. Het publiek kan letterlijk om het verhaal heen lopen en krijgt zo de kans om vanuit verschillende perspectieven naar een sleutelscène te kijken en te interpreteren, te fantaseren of zich in te leven in de situatie van toen. Iedereen kan vervolgens voor zichzelf bepalen om het feitelijke verhaal te gaan lezen of om hierover met anderen in gesprek te gaan.

Elk van deze vijf maquettes vertellen dus een verhaal. Eén hiervan is dat van Harrie van Daal en het ontstaan van ons museum. Harrie van Daal, geboren in 1908, was ambtenaar bij de Gemeente Overloon–Maashees (later Vierlingsbeek). Tussen de twee wereldoorlogen in had hij het slagveld van het Belgische Ieper bezocht en was daarvan diep onder de indruk geraakt. Hier werd de Eerste Wereldoorlog op indringende wijze in herinnering gehouden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef Van Daal zijn werk als ambtenaar doen. Hij wist een aantal mannen uit de Arbeitseinsatz te houden door ze, althans op papier, lid van de vrijwillige brandweer te maken.

Wanneer Harrie van Daal na de Slag bij Overloon naar huis terugkeert, treft hij in en rond zijn dorp een totale verwoesting aan. Zijn eigen achtertuin is eigenlijk een tweede Ieper geworden. Maanden later loopt Van Daal door het kapot geschoten Overloonse bos met alle overblijfselen van de strijd. Samen met een bosarbeider bekijkt hij wrakken van tanks en mijnenvelden die met witte linten zijn gemarkeerd. Ter plekke besluiten zij dat hier een monument moet komen, bijvoorbeeld een museum, ter ere van de gevallenen en om de herinnering aan de vreselijke oorlog levend te houden. En zo geschiedde. Op 25 mei 1946 gaat het eerste museum over de Tweede Wereldoorlog in West-Europa open voor publiek.

Benieuwd naar de maquettes en de bijbehorende persoonlijke verhalen? Het is mogelijk om de verhalen alvast te lezen op de website van Brabant Remembers. En hopelijk mag het museum snel weer bezoekers ontvangen zodat iedereen de maquettes kan komen bekijken.